Krijtkalk Groep

Code
CK
Status
Formeel (NAM & RGD 1980).
Lithologische beschrijving

Voornamelijk carbonaatgesteenten. Het merendeel omvat witte, vaalgele, crème en lichtgrijze, harde, fijnkorrelige bioklastische kalkstenen en mergelige kalkstenen. Oorspronkelijk hadden deze kalkstenen een wat meer krijtkalkachtig uiterlijk, maar als gevolg van diepe begraving zijn ze sterk gecompacteerd. Plaatselijk komen mergels, kalkhoudende kleistenen en glauconiethoudende zanden voor. Geïsoleerde, of laagparalelle vuursteen concreties komen veelvuldig voor. Langs de bekkenrand in Zuidoost-Nederland worden grovere bioklastische kalkstenen en zandtongen aangetroffen. In de nabijheid van inversie structuren (bijv. de Centrale Slenk, Peelblok) komt ook zand voor.

Afzettingsmilieu

Geheel mariene afzettingen, met uitzondering in Zuidoost-Nederland. Boven-Krijt krijtkalken worden over grote delen van het aardoppervlak aangetroffen en weerspiegelen een lange periode van relatief stabiele en uniforme afzettingscondities. Sedimentologische kenmerken die samenhangen met een helling afwaarts gericht sedimenttransport en het veelvuldig voorkomen van planktonische fossielen duiden op een minimale waterdiepte, terwijl de aanwezigheid van lichtafhankelijke benthische organismen, zoals bijv. bryozoeën, duiden op een ondiep water milieu. Ostracoden met ogen worden in de gehele opeenvolging aangetroffen en duiden op afzetting in de fotische zone. De meeste auteurs zijn het er over eens dat de afzettingsdiepte van de krijtkalken ruwweg tussen de 50 en 300 m lag. De aan de bekkenrand (bijv. Zuid-Limburg) aangetroffen lenzen met grove, bioklastische kalkstenen en glauconiethoudende zandtongen duiden op een ondieper afzettingsmilieu. Hardgrounds, aanwezig door de gehele opeenvolging, zijn gerelateerd aan subrosie (oplossing van carbonaten onder het oppervlak), non-depositie of abrasie veroorzaakt door of zeespiegelfluctuaties of kleinschalige tektonische opheffing.

Definitie ondergrens

Basis van de kalksteen opeenvolging liggend op (voornamelijk roodbruine) mergels van de Formatie van Holland. Op boorgatmetingen is deze grens vaak zichtbaar als een duidelijke afname in gamma-ray waarden en een toename in weerstand en sonische snelheid.

Definitie bovengrens

Basis van de zanden, mergels en kleien van de Onder-Noordzee Groep (Boven-Paleoceen) of, waar deze groep afwezig is, de Midden-Noordzee Groep.

Dikte indicatie
Tot ongeveer 2000 m.
Geografische verbreiding
Aanwezig in het grootste deel van Nederland en aangrenzend offshore gebied. Dankzij erosie veroorzaakt door inversie van Laat-Jura - Vroeg-Krijt bekkens, ontbreekt de groep in een noordwest-zuidoost georiënteerde, y-vormige zone die een groot deel van de offshore P en Q blokken, en delen van de provincies Noord-Brabant, Noord-Holland, Zuid-Holland, Gelderland en Utrecht omvat. Bovenop de geïnverteerde Centrale Slenk, het Breeveertien Bekken, West-Nederlands Bekken en Centraal-Nederlands Bekken kan een gefragmenteerde, dunne krijtkalk bedekking voorkomen, vaak bestaand uit de jongste sedimenten (Maastrichtien tot Danien). De bekkenrand sedimenten dagzomen in Zuid-Limburg. In de Achterhoek wordt een enkele, geïsoleerde ontsluiting aangetroffen.
Regionale correlatie

VK: Chalk Group; DUI: verschillende Boven-Krijt formaties; BEL: verschillende Boven-Krijt formaties.

Ouderdom
Cenomanien - Danien. In de centrale delen van het West-Nederlands Bekken en het Breeveertien Bekken kan de basis van de Formatie van Texel een laat Albien ouderdom hebben. Zuidwaarts, op de noordelijke flank van het Londen-Brabant Massief, worden de basale lagen van de Krijtkalk Groep progressief jonger (graduele onlap). Soms hebben ze zelfs een Danien ouderdom.
Holostratotype
Boring:
Diepte (dikte) langs boorgat:
822 - 1720 m (898 m)
Oorsprong naam
De naam Krijtkalk ('Chalk') wordt in de het VK vaak gebruikt voor de lichtgekleurde, zachte kalkstenen met een wat aardachtige textuur.
Vorige benaming(en)
Krijtkalk ('Chalk') wordt in noordwest Europa veel gebruikt voor de Laat-Krijt kalkstenen.
Gereviewed door (datum)
Mark Geluk, Geert-Jan Vis (2017).
Referenties
NAM & RGD 1980. Stratigraphic nomenclature of The Netherlands. Verhandelingen van het Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap 32, 77 p.
Citeer als
TNO-GDN ([YEAR]). Krijtkalk Groep. In: Stratigrafische Nomenclator van Nederland, TNO – Geologische Dienst Nederland. Geraadpleegd op [DATE] op https://www.broloket.nl/stratigrafische-nomenclator/krijtkalk-groep.