Formatie van Drachten

Code
NUDN
Status
Formeel (Bosch 2011).
Lithologische beschrijving

Lichtgrijs tot geelgrijs matig fijn tot matig grof zand (150-300 µm), lokaal zwak siltig, kalkloos, glimmerloos. In mindere mate dunne leemlagen, humeus, zandig.

Afzettingsmilieu

Periglaciaal eolisch, beek, lacustrien.

Definitie ondergrens

Geleidelijke overgang naar fijner sub- of proglacial zand (Formatie van Peelo) of grover fluviatile zand (Formatie van Urk, Laagpakket van Tynje).

Definitie bovengrens

De bovengrens is scherp waar de eenheid wordt bedekt door keileem (Formatie van Drente, Laagpakket van Gieten). Dit is het geval in een groot deel van Noord-Nederland en offshore ten noorden van de Waddeneilanden. Daar waar keileem ontbreekt, wordt de grens bepaald op basis van de toename Scherp, waar de eenheid bedekt wordt door keizand (Laagpakket van Gieten, Formatie van Drente). Waar de zanden van de Formatie van Boxtel de bovenliggende eenheid vormen, is de overgang gradueel. De grens met de Formatie van Boxtel kan getrokken worden bij het voorkomen van glaciaal materiaal in de grinden.

Dikte indicatie
Tot ongeveer 15 m.
Geografische verbreiding
Offshore, lokale voorkomens in het noordelijke deel van de Nedrelandse Noordzee.
Regionale correlatie

Noordzee: Tea Kettle Hole Formation (gedefinieerd en gekarteerd in samenspraak met de Britse Geologische Dienst; Laban 1995); VK?; DUI: ?; BEL: niet onderscheiden.

Ouderdom
Midden Pleistoceen (Bantega en Hoogeveen interstadialen (Zagwijn 1973)).
Holostratotype
Boring:
Het Zuid (bouwput in Drachten)
Diepte (dikte) langs boorgat:
4,70 - 10,30 m (5,6 m) beneden maaiveld
Opmerkingen:
Zie referenties in Bosch (2011).
Parastratotype
Diepte (dikte) langs boorgat:
5,86 - 16,42 m (10,56 m) beneden maaiveld
Hypostratotype
Boring:
BL170151 (X-Y: 610940, 5884389 (WGS84))
Diepte (dikte) langs boorgat:
3,00 -10,00 m (7,00 m) beneden maaiveld
Opmerkingen:
Block L in de Nederlandse Noordzee.
Oorsprong naam
Vernoemd naar Drachten.
Vorige benaming(en)
Formatie van Eindhoven (Doppert et al. 1975). Offshore, Tea Kettle Hole Formation (Rijsdijk et al. 2005).
Gereviewed door (datum)
Wim Dubelaar (2018), Sytze van Heteren (2019).
Referenties
Bosch, J.H.A. 2011. Beschrijving lithostratigrafische eenheid. Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO. Utrecht.
Doppert, J.W.Chr., Ruegg, G.H.J., Van Staalduinen, C.J., Zagwijn, W.H., Zandstra, J.G. 1975. Formaties van het Kwartair en Boven-Tertiair in Nederland. In: Zagwijn, W.H., Van Staalduinen, C.J. (eds.): Toelichting bij geologische overzichtskaarten van Nederland. Rijks Geologische Dienst, Haarlem, 11-56.
Laban, C. 1995. The Pleistocene glaciations in the Dutch sector of the North Sea. A synthesis of sedimentary and seismic data. PhD Thesis, University of Amsterdam, 194 p.
Rijsdijk, K.F., Passchier, S., Weerts, H.J.T., Laban, C., Van Leeuwen, R.J.W., Ebbing, J.H.J. 2005. Revised Upper Cenozoic stratigraphy of the Dutch sector of the North Sea Basin: towards an integrated lithostratigraphic, seismostratigraphic and allostratigraphic approach. Netherlands Journal of Geosciences 84, 129-146. https://doi.org/10.1017/S0016774600023015
Zagwijn, W.H. 1973. Pollenanalytic studies of Holsteinian and Saalian Beds in the Northern Netherlands, Mededelingen Rijks Geologische Dienst, Nieuwe Serie, 24, 139-156.
Citeer als
TNO-GDN ([YEAR]). Formatie van Drachten. In: Stratigrafische Nomenclator van Nederland, TNO – Geologische Dienst Nederland. Geraadpleegd op [DATE] op https://www.broloket.nl/stratigrafische-nomenclator/formatie-van-drachten.